Fotograferen
Links
|
We gaan met allen naar Amerika
Een zonsverduistering is geweldig en helemaalals je het kan combineren met een reis naar Amerika.
Vooral het westen van de VS is spectaculair.
Op deze pagina een aantal dingen die handig zijn om te weten als je naar de VS gaat.
De informatie komt van de website
hetbestevanwestamerika.nl.
Op deze site is nog veel meer nuttige informatie te vinden.
"
Vliegen
Om in Amerika te komen, zul je (normaal gesproken) met het vliegtuig moeten. De vlucht kun je het best ruim van tevoren boeken. Je hebt dan meer keus. Laat boeken betekent doorgaans een relatief dure vlucht met een ongunstige overstap op een ongunstig tijdstip. Let bij je keuze voor een vlucht ook op het tijdstip waarop je vertrekt en vooral ook het tijdstip waarop je aankomt. En de prijs is natuurlijk ook niet onbelangrijk.
Vliegen naar en over Amerika.
Op internet zijn veel sites te vinden waar je vliegreizen kunt boeken. Ik gebruik die sites altijd om te kijken wat er zoal te krijgen is en wat het kost. Het boeken doe ik doorgaans bij een reisbureau (Arke, D-reizen). Mijn ervaring is dat die toch net wat handiger zijn dan ik in het boeken van vluchten. Bovendien kunnen ze ook zorgen voor de huur van een auto, (eventueel) een hotel voor de eerste nacht, de verzekering etc. De extra kosten vallen enorm mee. Meestal blijkt dat de reis incl. de kosten die het reisbureau in rekening brengt zelfs minder duur dan ik in eerste instantie zelf had berekend.
Auto huren
Als je naar Amerika gaat, dan zul je de beschikking moeten hebben over iets met wielen en een motor. De meeste mensen huren dan ook een auto. Ik doe dat ook. Een auto huren in de VS is niet echt duur en niet erg lastig. Het huren doe ik altijd vanuit Nederland. Het terplekke huren van een auto is toch stukken lastiger en vaak ook duurder. Bij een boeking vanuit Nederland heb je standaard (let er wel op!) 'free milage'. Dat betekent dat je een vast bedrag betaalt voor het huren van de auto ongeacht het aantal kilometers (mijlen) dat je rijdt. Ik regel het huren van de auto via een reisbureau als ik een vliegreis boek. Maar je kunt het eventueel ook zelf via internet doen. Bekende verhuurbedrijven zijn o.a. Avis, Hertz, Budget en Alamo. Alle grote verhuurbedrijven zijn in principe prima. Als je je auto op een andere plek wilt afleveren dan de luchthaven waar je bent aangekomen, dan moet je wel even kijken of dat mag. Soms, maar vaak ook niet, moet je dan wel een toeslag betalen. Belangrijk om te melden is nog dat de autoverhuurbedrijven geen auto’s verhuren aan jongere chauffeurs (jonger dan 21 of soms zelfs 23 jaar) en dat ze een fikse toeslag (bijvoorbeeld $20,- per dag) rekenen aan personen jonger van 21 - 25 jaar. De toeslagen gelden niet alleen voor de huurder (en eerste chauffeur), maar ook voor de tweede, derde en vierde persoon die de auto gaat besturen. Niet iedere maatschappij hanteert overigens dezelfde regels. Sommige zijn wat soepeler dan andere.
Met een huurauto kun je Amerika fantastisch doorkruisen.
Een alternatief voor een auto is een camper. Een camper heeft een aantal voordelen. Het slapen in een camper is luxer en comfortabeler dan slapen in een tent, je hebt de beschikking over een toilet, een douche en een koelkast en met een camper kun je wat makkelijker gewoon ergens langs de weg overnachten (als je dat tenminste durft). Ik ben zelf niet zo gecharmeerd van campers. Een camper heeft namelijk ook veel nadelen. Het huren van een camper is in vergelijking met het huren van een auto erg duur. Daarnaast is het ophalen en wegbrengen een stuk lastiger. Het verhuurstation ligt niet vlak naast het vliegveld en de openingstijden zijn beperkt. Het belangrijkste is echter dat het rijden met een camper niet echt praktisch is. Campers in de VS zijn groot tot erg groot. Je krijgt geen Volkswagenbusje met een ingebouwd bed en een keukenblokje maar eerder een kleine vrachtwagen. Daar moet je wel mee kunnen rijden. Op de hoofdwegen is dat niet zo’n probleem. Maar als je een kleinere weg in wilt (en dat wil je!), dan kan dat lastig worden. Het valt niet mee om met een camper vijf kilometer achteruit te moeten als de weg wat smaller en ruiger uitvalt dan die aan het begin leek. Veel interessante plekken zijn met een camper niet bereikbaar. Kortom: huur een auto en neem een tentje mee.
Een alternatief voor de huurauto is een camper.
In plaats van een 'standaardauto', kun je ook een auto huren die wat hoger op z'n wielen staat (high clearance) of een auto met vierwielaandrijving (four-wheel drive / 4x4). Met zulke auto's kun je wat ruigere wegen aan dan met een gewone auto. Normaal gesproken is dit echter overkill. Een alternatief voor de camper is de campervan. Dat is een kleine camper (een busje of een SUV). Ze worden onder andere verhuurd door Jucy en Escape. Het is allemaal wat krap en minder luxe dan een 'echte' camper, maar je kunt er wel alle kanten mee op.
Nationale parken
Een van de doelen van je reis naar de VS zal waarschijnlijk zijn om een aantal Nationale parken te bezoeken.
Death Valley National Park.
De nationale parken van de VS zijn stuk voor stuk prachtige gebieden met uitzonderlijke natuur. In het westen van de VS waren in 2015 achtentwintig nationale parken aangewezen. Je zult waarschijnlijk van plan zijn een aantal van deze parken te bezoeken... en zo niet, dan wordt het tijd je plannen te herzien.
Yellowstone National park (Old Faithful).
Een bezoek aan een nationaal park kost geld. De entree bedraagt meestal iets tussen de 10 en 30 dollar voor een auto (ongeacht het aantal inzittenden). Voor dat bedrag mag je 7 dagen het park in. De entree moet je meestal betalen bij de ingang van het park.
Grand Canyon National Park.
Als je meer parken gaat bezoeken, en dat zal zonder twijfel het geval zijn, is het verstandig om bij het eerste park waar je komt een Annual Pass te kopen. In 2015 kostte die 80 dollar. Met de pas mag je een jaar lang alle parken, monumenten, maar ook sommige musea bezoeken. Een Annual Pass is geldig voor een auto ongeacht het aantal inzittenden (of vier personen in geval van een museum). De pas is gekoppeld aan één persoon. Je moet een handtekening op de pas zetten. Als je een park in wilt, toon je de pas samen met je rijbewijs. In totaal mogen er twee personen hun handtekening zetten op de pas. Op bijvoorbeeld Marktplaats.nl kun je daardoor eventueel een tweedehands pas aanschaffen die nog maar één keer is ondertekend. Als je een park ingaat, krijg je bij de ingang een folder met onder andere de plattegrond van het park en een krantje met alle actuele informatie.
Motels
In de VS zijn heel veel hotels en vooral motels. Zelfs in het kleinste gehucht vind je wel zoiets. En op zich is dat een rustgevend gevoel. Je kunt altijd wel ergens terecht om te slapen. Veel motels horen bij een keten. Bekende ketens zijn Motel 6, Super 8, Best Western, Travelodge en Comfort Inn. In de kleinere plaatsen vind je vooral motels die niet tot een keten behoren. De kwaliteit en de prijzen variëren natuurlijk. Het voordeel van een keten is dat je weet wat je krijgt. Het leuke van een op zichzelf staand motel is dat je dat niet weet. Wij logeren regelmatig bij Motel 6. Goedkoop en voldoende kwaliteit. Bij het eerste Motel 6 waar we verblijven, nemen we een boekje mee met de locaties van alle Motel 6-vestigingen in de VS. Dan kunnen we die informatie onderweg gebruiken als we in een motel willen overnachten.
Motel 6 is goedkoop en overal te vinden.
De prijs van een motel is vaak opgebouwd uit een basisprijs. Dat is de prijs voor de kamer. Motels noemen dat doorgaans de prijs voor de eerste persoon. Voor Motel 6 varieerde die prijs in 2014 van 30 tot 80 dollar. Die prijs is zeer afhankelijk van de plaats waar je bent. Als je met meer personen in dezelfde kamer wilt overnachten, komt daar een bedrag per persoon bij. Het bedrag voor de tweede volwassene bedraagt iets van 6 dollar en voor personen drie en vier 3 dollar per persoon. Kinderen tot 17 jaar verblijven gratis in de kamer van de ouder(s). Voor een gezin van vier personen valt de schade uit- eindelijk dus wel mee (ergens tussen de 50 en 100 (plus een beetje) dollar voor een nacht.
Kamperen
Kamperen doe ik altijd in een tentje. Een camper is een alternatief, maar dat heeft (vind ik) veel teveel nadelen. Het liefst plaats ik mijn tent op een campground van een National Park. De campgrounds in de National Forests zijn overigens goed vergelijkbaar en dus een alternatief. De campgrounds in de State Parks zijn vaak iets luxer. Ze bieden echter veel minder beleving. Alleen bij uitzondering zou ik zeggen. Datzelfde geldt voor de particuliere campgrounds. Dus ook alleen als het niet anders kan. Op veel campgrounds kun je ook met een camper staan, maar soms zijn ze tent-only. Campers kunnen ook terecht op RV-parks. Dat zijn een soort veredelde parkeerplaatsen.
Kamperen in een national park is geweldig.
De campgrounds in de nationale parken en nationale bossen zijn volgens een vast principe opgezet: er is één of er zijn enkele ‘loops’ uitgezet (een rondlopende weg) met aan die weg de kampeerplekken. Elke kampeerplek bestaat uit een oprit waar je je auto of camper kan parkeren, een picknickbank, een vuurplaats en een stuk natuur waar je je tent kunt neerzetten. Vaak is dat stuk zo groot dat je geen of nauwelijks last hebt van andere kampeerders. Elke campground heeft één of meerdere toiletgebouwen. Soms zijn die wat luxer (of eigenlijk minder primitief). Ze bevatten dan wasbakken met koud water en toiletten met water. Soms zijn ze wat minder luxueus. Ze bevatten dan non-flush toilets (ofwel een toilet boven een gat in de grond). WC-papier is altijd aanwezig. Douches heb je bijna nooit. Het is zoals gezegd wat primitief, maar wat maakt dat uit als je midden in het avontuur van je leven zit.
Een Elk (wapiti) bij de tent.
Kamperen op een campground van een National Park kost normaal gesproken iets tussen de 5 en 25 dollar (12 dollar was in 2014 een beetje de standaard) voor een kampeerplek ongeacht het aantal kampeerders. Soms zijn ze zelfs gratis en soms ook iets duurder.
|
|
Yosemite National Park (Yosemite Valley).
Paspoort, Visum, ESTA
Als je naar de VS reist, heb je een paspoort nodig. Dat paspoort moet gedurende de gehele reis geldig zijn. Ieder persoon moet een eigen paspoort hebben. Kinderen (zelfs baby's) kunnen dus niet meer met het paspoort van hun ouders meereizen. Een visum is niet nodig (tenminste als je minder dan 90 dagen in de VS blijft). Wat je nog wel moet doen, is je bezoek aan de VS aanmelden. Dat moet via ESTA (Electronic System for Travel Authorization). Dat moet via de website https://esta.cbp.dhs.gov/. Aanmelden moet voordat je op reis gaat. Dat kan eventueel nog vlak voor de vertrekdatum, maar het is slimmer om het minimaal 72 uur voor vertrek doen. Je aanmelding via ESTA kost geld (2013: 14 dollar per persoon). Dat bedrag moet je m.b.v. een credit card voldoen. De ESTA-aanvraag blijft twee jaar geldig.
Je moet vantevoren je bezoek aan de VS aanmelden via ESTA.
Eten
Tijdens je vakantie is het uiteraard leuk en makkelijk om (soms) uit eten te gaan. Amerika kent verschillende soorten restaurants.
Fast Food: Heel veel restaurants zijn zogenaamde fast food restaurants. Je gaat naar binnen, bestelt wat en krijgt bijna gelijk het bestelde. Bekende ketens zijn:
- McDonald's, Burger King, Wimpie: hamburgers, friet.
- Kentucky Fried Chicken: kip.
- Taco Bell: mexicaans (burrito's, taco's).
- Domino Pizza, Pizza Hut: pizza's.
- Subway: broodjes.
Ik vind het allemaal best te eten op z'n tijd en het hoort natuurlijk bij je Amerika-ervaring. Maar goed - smaken verschillen.
Eten bij MacDonald's.
Gewone' restaurants: Naast de fast food ketens zijn er natuurlijk ook tal van ‘normale’ restaurants waar je gaat zitten, wat bestelt en het bestelde na een minuut of vijftien minuten geserveerd wordt. Ook hier is er veel keus. Van Chinese tot Mexicaanse restaurants en van hamburgerrestaurants tot pizzeria’s. Deze ‘normale’ restaurants zijn vaak wat lastiger te vinden dan de fast food ketens die op elke hoek van de straat zitten.
Winkels
Er zijn uiteraard heel veel winkels waar ze boodschappen (groceries) verkopen. Voorbeelden van winkelketens zijn Safeway en Fred Meyer. Naast de supermarkten zijn er ook veel winkelketens die de boodschappen in het sortiment hebben naast andere producten. Voorbeelden zijn Walmart en KMart.
Bij Walmart kun je food en non-food dingen kpen.
Mij maakt het persoonlijk niet zo heel veel uit waar ik mijn boodschappen vandaan haal, maar een keer naar de Walmart staat altijd wel op het programma. Vooral omdat ze redelijk wat buitensportspullen hebben. De openingstijden in Amerika zijn zeer ruim bemeten. De grotere supermarkten zijn altijd 7 dagen per week open van bijvoorbeeld 7.00 uur tot 21.00 uur. Doorgaans zijn ze langer open. 24/7 is geen uitzondering. Betalen voor de boodschappen doe je uiteraard met je creditcard. De boodschappen komen allemaal mooi in een tasje (of heel veel tasjes). In de kleine plaatsen (tot duizend inwoners) zijn uiteraard geen Walmarts en geen Safeways. Daar haal je de boodschappen bij de lokale winkel. Het aanbod is vaak beperkt, maar de winkels zijn bijna altijd leuk. Ga dus zo nu en dan je boodschappen in dat soort winkels halen. Het is onderdeel van je Amerika-ervaring.
Geld
In Amerika wordt betaald in dollars, maar dat zal wel geen nieuws zijn. In de praktijk wordt gebruik gemaakt van briefjes van 1, 5, 10 en 20 dollar en munten van 1, 5, 10 en 25 cent. Echt geld haal je uit de pinautomaat. In Amerika heet dat ding ATM (Automated Teller Machine). Je vindt ze, net als in Nederland, bij banken, maar ook op allerlei andere plekken (bijvoorbeeld in winkels). Het zijn dan doorgaans losstaande apparaten. Je kunt uit die ATM’s geld halen met je creditcard maar ook gewoon met je PIN-pas als die door Maestro wordt ondersteund en als die op ‘wereld’ is ingesteld!. Maestro is onderdeel van MasterCard.
Een ATM (geldautomaat).
Geld pinnen kost wel geld (een paar dollar per transactie). Veel belangrijker dan cash geld is je creditcard. In Amerika betaal je er bijna alles mee. Zelfs als je iets van een duppie koopt, vinden de winkelmannen en -vrouwen het heel normaal dat je ze een creditcard toeschuift. Met geld betalen mag natuurlijk wel. En heel soms heb je echt geld nodig om iets te kunnen betalen, bijvoorbeeld als je wilt kamperen op een campground in een National Park of een National Forest. Bij gebruik van een creditcard heb je (bijna) nooit je pincode nodig. Het is doorgaans gewoon een handtekening zetten op een bonnetje of een schermpje en bij lagere bedragen soms dat niet eens.
Tijdzones
In het westen van de VS zijn twee tijdzones. In de Pacific Time Zone (grofweg Washington, Oregon, Californië en Nevada) is het 9 uur vroeger dan in Nederland. In de Mountain Time Zone (de rest) is het 8 uur vroeger. Arizona is wat lastig omdat ze op sommige plekken niet meedoen met de zomertijd. In de zomer is het daardoor op veel plekken toch 9 uur vroeger.
In Amerika (lower 48 states) zijn 4 tijdzones.
Electriciteit
In de VS werkt het met stroom wat anders dan bij ons. Het voltage is 110 Volt en de stekkers zijn een stuk kleiner. Als je elektrische apparaten meeneemt, dan moeten ze geschikt zijn voor 110 Volt (dat is eigenlijk altijd zo). Daarnaast is het handig een verloopstekker mee te nemen.
Bellen, internet
Als je in Amerika zit, is het toch leuk om af en toe contact te hebben met het thuisfront. Dat kan natuurlijk via de telefoon en internet.
Vanuit Amerika kun je bijna overal naartoe bellen. Om naar Nederland te bellen, toets je eerst 011 en 31, dan het nummer zonder de 0 van het kengetal, bijvoorbeeld 011 31 70 1234567, als je met je mobiel belt, hoeft er geen 011 voor. Je toetst dan bijvoorbeeld 0031 701234567 of beter nog +31 70 1234567. Als je iemand in Amerika wilt bellen, moet je als je je GSM gebruikt meestal het landennummer van de VS gebruiken. Dat is 001 of +1.
Met een smartphone kun je in de VS gewoon bellen.
Een vaste telefoon gebruiken kan ook. Vanuit de hotelkamer bellen is altijd prijziger dan vanuit een telefooncel. Het hotel berekent een servicecharge voor het gebruik.
Meer informatie
Meer informatie over het reizen naar en in de VS kun je vinden op de website
hetbestevanwestamerika.nl en in de gelijknamige reisgids.
|
|